Dagboek Costa Rica
10 mei 2007 San
Juan del Sur (Nicaragua) - Peñas Blancas (grens Costa Rica) - La Cruz 65.9 km
(545 meters geklommen)
Vandaag
eten we als ontbijt enkel een mueslikoekje dat we nog uit onze tassen opdiepen,
we zijn gisteren vergeten ontbijt te kopen. We hopen nog iets te vinden bij het
buitenrijden van het dorpje, maar we hebben pech, er is nog niet veel open zo
vroeg. Vandaag nemen we de geasfalteerde weg terug naar
11 mei 2007 La Cruz
We
hebben gisterenavond beslist om hier nog een dagje te blijven. We zijn van het
principe dat je beter een dag langer blijft waar het goed is, want wat er
morgen komt, dat weet je niet. We staan pas op om 8u, we ontbijten op het
terras van het hotel en kijken naar het fantastische landschap. In de
supermarkt zien we dat de prijs van water toch nog meevalt, het is de helft van
wat we gisteren betaald hebben. We horen van de vrouw van het hotel dat in 90%
van de steden het kraantjeswater drinkbaar is. "Comedor" (lokaal
restaurant) heet vanaf nu "soda", en de prijzen vallen mee, 2,5 euro
voor een dagschotel met drankje. Wanneer we een leegstaand gebouw zien staan met een
prachtig zicht op de baai, beginnen we al dadelijk te fantaseren. In de late
namiddag gaan we nog wat kijken naar de dieren vanop het terras van ons hotel.
12 mei 2007 La Cruz - Rincon de la
Vieja 78.8 km (817 meters geklommen)
Vandaag
zijn we van plan om tot in
13 mei 2007
Rincon de la Vieja terug naar Panamericana 21 km met pick-up + Panamericana -
Liberia 6 km
We staan vroeg op, ontbijten voor onze tent en wandelen dan de 3 km naar de
ingang van het natuurpark. Er zijn hier allerhande natuurfenomenen te zien die
verband houden met de vulkaan. We volgen het paadje dat door de jungle klimt en
daalt. Zo zien we eerst stoom uit de grond komen, en even verder zien we kokend
water, maar het hoogtepunt zijn de kokende modderputten. Spectaculair om te
zien, het maakt een kolkend geluid en de modder vliegt soms wel twee meter de
lucht in. We zien niemand in het park, behalve bij de modderputten die via een
gemakkelijk en vlak paadje niet te ver van de uitgang te bereiken zijn. Daarna
wandelen we door de volle zon de 3 km terug naar de lodge. Als we daar
aankomen, zegt de manager dat hij over een klein uurtje naar Liberia moet voor
een vergadering en dat hij ons maar al te graag een lift aanbiedt. Marc twijfelt, maar
Christine ziet het best zitten om deze rotweg geen tweede keer te moeten
fietsen. We breken de tent af en pakken in sneltreinvaart alles in. We laden de
fietsen achter in de pick-uptruck. Zelfs in een auto die nochtans vering heeft
en veel bredere banden dan wij op de fiets, voelt de weg nog erg oncomfortabel
aan en de manager doet er 35 minuten over om de 20 km naar de Panamericana af
te leggen. Daar stappen wij uit, hangen de bagage aan de fietsen en fietsen nog
de 5 resterende kilometers naar Liberia. Bij het binnenrijden, stoppen we nog
even aan het benzinestation om lucht bij te pompen in onze banden. Er staat een
man te tanken met een pick-up vol Trek-mountainbikes. Hij komt naar
ons toe en informeert naar onze reis en vindt het fantastisch. Hij stelt zich
voor als de invoerder van Trek-fietsen in Costa Rica en heeft naar eigen zeggen
een heel grote winkel in San José, de hoofdstad. Hij vraagt tot driemaal toe of
we niet naar San José komen en vindt het blijkbaar heel spijtig dat we zijn
stad niet aandoen. Hij was vandaag een tochtje gaan rijden met de grote baas
van Trek USA, met wie hij het week-end had doorgebracht ergens aan de kust hier
dichtbij. We
krijgen ieder een drinkbus van het merk. Hij geeft ons zijn kaartje en zegt dat
we hem altijd mogen contacteren als we problemen zouden hebben met de fiets. We
zeggen dat we op zoek zijn naar een metalen bocht voor de rem, met die van de
voorrem van Christine is er een probleem. Hij denkt er eerst nog één in z'n
wagen te vinden, maar geeft ons dan een adres in Liberia. "Zeg maar dat ik
jullie gestuurd heb", zegt hij. We nemen afscheid en rijden Liberia
binnen. De straten zijn verlaten en bijna alles is gesloten omdat het zondag
is, ook de fietsenwinkel. Als we in de hospedaje inchecken, vraagt de vriendelijke
jongen van de receptie naar onze tocht. Hij weet ons te vertellen dat fietsen
op de Panamericana verboden is. Hij is heel verwonderd dat we door Honduras, El
Salvador en Nicaragua zijn gereden en vraagt of dat dan niet gevaarlijk is. We zeggen dat we
geen problemen hebben gehad. En dan vraagt hij: "Hebben jullie al 'ns van
de 'maras' gehoord?"... Het
weer is heet, maar in de late namiddag duiken er donkere wolken op. We worden
getrakteerd op een onweer van jewelste. Je ziet een bliksem en nog geen 2
tellen later hoor je al een enorme knal. Na een tijdje wachten, besluiten we om
onze kamer te verlaten om naar het internetcafé te gaan. Marc trekt de deur
open, stapt naar buiten en ineens een enorme flits en knal op hetzelfde moment.
Marc springt terug de kamer binnen, we zijn allebei even stil en bekijken
elkaar, en Marc zegt, "Dat was dichtbij, misschien beter nog even
wachten". Wanneer we 's avonds iets gaan eten, zit iedereen naar het
voetbal te kijken. Nadien rijden er allemaal
claxonerende wagens voorbij en iedereen is opgetogen, blijkbaar hebben
de goeien gewonnen.
14 mei 2007
Liberia - Playa del Coco 35.8 km + 2.5 km in Liberia + 3 km in Playa del Coco
Vandaag
vertrekken we iets later, omdat we nog enkele zaken willen gaan kopen en de
winkels zijn maar pas open rond 8 à 9 uur. We zijn vandaag toch maar van plan
om tot Playa del Coco te fietsen, dat ongeveer 35 km van hier ligt. Wanneer we de fietszakken
aan het laden zijn, zien we dat Marc zijn achterband plat is, dus kunnen we
deze eerst nog eens plakken. We gaan lenzenwater kopen en gaan daarna naar de
fietsenwinkel voor dat bochtje van Christine haar voorrem. We hebben geluk, ze
verkopen het stukje apart, in de vorige landen moest je een komplete rem kopen
om dat stukje te bekomen. Marc herstelt de rem ter plaatse terwijl we een
praatje maken met de vriendelijke eigenaar van de winkel. Ineens zien we een
lange westerling de winkel binnenstappen met een Avaghon-fiets (= een
Nederlands merk van trekkingfietsen). Aan de fiets merken we dus dadelijk dat
het ook een fietsreiziger is. Het blijkt een Duitser te zijn die van Canada tot
hier is gefietst. Hij vertelt ons dat hij een paar weken geleden overvallen is
geweest in Nicaragua, op de Panamericana, 15 km voor de grens met Costa Rica.
Twee jonge mannen per fiets kwamen langs hem fietsen en duwden hem de schuine
kant in waardoor hij zijn sleutelbeen brak. Dan heeft één van de mannen een
revolver tegen zijn hoofd gehouden, terwijl de andere al zijn spullen
doorzocht. Ze
namen hun tijd, want doordat ze hem de schuine kant hadden afgeduwd, zag het
voorbijkomende verkeer hen niet. Hij is
naar de politie gegaan, maar dat was 3 uur tijdverlies volgens hem, want de
politie was niet echt behulpzaam. Nu is hij op zoek naar een langere stuurpen,
want hij heeft vanmorgen zijn eerste testrit gedaan, maar had nog te veel pijn
in de schouder. Hij had graag nog het laatste stuk naar San José gefietst om
vandaaruit de vlieger naar huis te nemen. Raar om dit alles te vernemen,
als je een paar dagen eerder over
dezelfde weg bent gefietst. We praten nog een tijdje verder en merken plots dat
het al 10 uur is geworden. Het wordt tijd dat we eens vertrekken. We zijn nog
geen 10 km verder of we zien een fietsreiziger uit de tegenovergestelde
richting aangefietst komen. Het is Tim, een Nederlander die een fietsreis van
een paar weken door Costa Rica maakt. We praten even met hem en zetten onze
tocht verder. In tegenstelling tot wat we gehoopt hadden, is het ook op deze
weg nog steeds druk en er is niet veel plaats voor fietsers. Het is niet echt
aangenaam fietsen. Er staan hier veel enorm grote borden met reclame voor het
kopen van huizen en condominiums aan de kust, allemaal in het Engels, duidelijk
gericht op een Amerikaans publiek. Na 20 km nemen we de afslag naar Playa del
Coco en is het veel rustiger. De weg gaat nog een paar keer lichtjes op en neer
en dan zijn we er. Playa del Coco is een vuil en stoffig kustdorpje en de
hotels zijn er overprijsd. Er
zijn ook heel wat hotels en restaurants waarvan de eigenaars Amerikanen zijn.
Na wat rondgevraagd en rondgereden te hebben, vinden we toch een onderkomen,
met een keuken nog wel. Het ziet er allemaal wat verwaarloosd uit, maar er ligt
een tuinslang en er is voldoende plaats, dus maakt Marc van de gelegenheid
gebruik om de fietsen 'ns een wasbeurt te geven, want ze hangen nog steeds vol
stof van de slechte wegen in Honduras. We lopen wat rond in het dorpje en op
het strand en vinden dat alles er maar troosteloos bijligt. We doen inkopen in
een kleine supermarkt en gaan dan koken in onze keuken. Ondertussen komen er
meer en meer auto's aan en worden er meer en meer TVs' heel luid aangezet.
Blijkbaar zijn er verschillende families die hier permanent wonen.
15 mei 2007
Playa del Coco - Playa Tamarindo (via dirt road Sardinal - Libertad - San Blas
- Castilla de Oro - Belen) 65.5 km + 2.3 km ter plaatse (489 meters geklommen)
We
rijden dezelfde weg terug naar Sardinal, een dorpje waar we gisteren
voorbijreden en bevragen ons over een andere weg, waardoor we niet volledig
dezelfde weg terug moeten fietsen om aan de hoofdweg te geraken. Via een
ongeasfalteerde weg zouden we rechtstreeks naar de weg kunnen waar we eigenlijk
naartoe willen. De ongeasfalteerde weg is goed berijdbaar, op het boordje
althans. We rijden voorbij verscheidene kleine dorpjes waar weinig activiteit
te bespeuren valt. Tenzij je op je gat zitten of in een hangmat hangen een
activiteit noemt. We worden de hele tijd vergezeld van het geluid van brulapen in de achtergrond. In de bomen zien
we de apen van tak tot tak zwieren of gewoon wat op een tak luieren of naar ons
liggen staren. Christine vindt onderweg op de grond 3 briefjes van 5000
colones, dat is toch 30 dollar en Marc vindt een gat in z'n achterband en
repareert het. Na 17 km ongeasfalteerd, rijden we terug op de asfalt. De weg
gaat de hele tijd op en neer en op het einde krijgen we nog enkele steile
klimmetjes te verwerken, en die vallen echt niet mee met deze hitte. Natuurlijk staan
er dan juist geen bomen langs de weg om schaduw te voorzien. Onderweg staat het ook nu
weer vol Engelstalige reclameborden voor grote verkavelingsprojecten. Er komen
ook regelmatig vrachtwagens voor deze bouwprojecten voorbij. Het lijkt wel of
de Amerikanen heel het schiereiland aan het volbouwen zijn. Even voor Tamarindo
komen we een supermoderne, grote supermarkt tegen met een heel uitgebreid
assortiment aan produkten die we nog niet veel in Costa Rica gezien hebben. We
vragen ons af wat die hier doet, maar begrijpen even later dat deze bedoeld is
voor de Amerikanen in al die condominiums. Wanneer we aan een splitsing komen,
twijfelen we of we naar Playa Tamarindo zullen fietsen of naar Playa Brasilito.
We vragen raad aan een plaatselijke schone in een winkeltje. Ze zegt dat het
beiden mooie stranden zijn, maar voor het ene strand loopt de weg naar beneden,
terwijl de weg naar het ander strand plat is en zelfs een beetje klimmen. Bizar
natuurfenomeen vinden wij. We kiezen dan maar voor Tamarindo, waar de zee dus
hoger zou liggen volgens de vrouw. Tamarindo is een echt lelijk, door het
toerisme verpest dorpje. Playa de Coco was al niet veel beter. Buiten het
strand dat mooi is, maar niet exceptioneel mooi, valt hier niet veel te
beleven. Bovendien is het er erg duur, temeer daar er weer veel hotels en
restaurants van Amerikaanse eigenaars blijken te zijn. Het dorp zou bekend
staan voor zijn surfcultuur, maar het enige dat we te zien krijgen zijn
"would be" surfers. Ze lopen rond in surfmerkkledij of lopen wat op
en neer te paraderen met een surfplank onder de arm. Of dobberen wat rond op de
kleine golfjes in de zee, waar weinigen van hen toch nog iets laten zien. Het dorpje zelf is heel chaotisch volgebouwd
met lelijke gebouwen en er is enorm veel verkeer, ook vrachtwagens die naar de
vele bouwwerven gaan wringen zich door de smalle, stoffige straatjes. 's Avonds
breekt er weer een hevig onweer los. Ja, het regenseizoen lijkt nu definitief
gestart, d.w.z heet overdag en tegen de late namiddag of avond een uur of twee
hevige regen.
16 mei 2007
Playa Tamarindo - Nicoya (via dirt road naar dorpje 27 de Abril) 57.8 km (281
meters geklommen)
Het
regenseizoen kan dan wel gestart zijn, maar het blijkt hier ook lekke banden te
regenen. We zijn nog geen 4 km ver of Christine zit al met een platte
achterband. Eén km verder draaien we links af een onverharde weg op die ons
naar het dorpje 27 de Abril moet leiden. De weg is voor ons goed berijdbaar,
maar door de regen van gisteren staat de weg vol plassen. Dat heeft voor ons
wel het voordeel dat er minder stof opwaait als er af en toe een auto passeert,
maar wel het nadeel dat we niet zien waar we rijden. Ondertussen is het weer
goed heet, maar gelukkig staan er in Costa Rica altijd grote bomen langs de
kant van de weg die de hitte wat breken. Ook nu weer zien we talrijke apen en
vogels in allerlei mooie kleuren. Nabij het dorpje 27 de Abril steken we een
kleine brug over en bevinden ons terug op het asfalt die ons via het mooie
landschap weer naar de hoofdweg leidt. Die brengt ons over een golvend parcours
tot in het stadje Nicoya waarnaar het schiereiland genoemd is. In het pension
waar we onze intrek nemen, vragen we aan de kuisvrouw een propere emmer om onze
was te doen, maar die kan er ons geen vinden. Ze stelt voor de was stilletjes
in de wasmachine te steken, maar we moeten beloven dat we het aan niemand zeggen,
want het mag niet van de eigenaar. Het hotelletje zit vol lokale mensen die er
permanent in een klein kamertje wonen. Zelfs de bakker van een straat verder
blijkt hier te wonen.
17 mei 2007 Nicoya - Playa Samara
36.3 km + 2.8 km ter plaatse (487 meters geklommen)
We
zijn van plan toch nog 'ns een derde keer naar een strand te gaan, onder het
motto "derde keer, goede keer", want Playa Samara, 35 km verder, zou
één van de mooiste stranden van het schiereiland zijn. We twijfelen of we met
de fietsen met al de bagage erop zullen gaan en ginder blijven slapen, of
gewoon een daguitstap met de bus zullen doen. We hebben gisteren aan een paar
mensen gevraagd hoe de weg is, en ze zeiden allemaal dat het compleet vlak is,
hoewel het volgens de kaart door de bergen is. We moeten inderdaad een paar
keer op en neer in 't begin, maar nadien gaan we pas echt de bergen in, en
komen er verschillende echt steile klimmetjes, terwijl het al heel heet is. Dit
is een weg dwars door de bergen. Hoe kan iemand dit vlak noemen? Per geluk is
er weinig verkeer en maakt het mooie landschap veel goed. Het is een aangename
rit. Samara is een klein rustig dorpje, dat leeft van het toerisme. We
spenderen wel meer dan een uur om al de betaalbare (en dus niet van Amerikaanse
eigenaars) hotelletjes af te gaan. We waren al gaan kijken naar de camping,
maar die lag er nogal verwaarloosd bij. Bovendien liggen er 2 dronkaards hun
roes uit te slapen tegen het lage hek van de camping. We hadden gedacht een
beetje meer te kunnen kamperen in Costa Rica, maar met het regenseizoen is dat
misschien niet zo'n best idee. Als hier zo een plaatselijke stortbui valt, sta
je soms al gauw tot de enkels of dieper in het water. 's Avonds besluiten we
spaghetti klaar te maken op het strand na het onweer dat juist is
overgetrokken. Marc sluit ons Dragonfly-vuurtje aan aan de brandstoffles en na
een minuut of 2 staat héél de boel in de fik, zelfs het zand naast het vuurtje.
Terwijl Marc het zo vlug mogelijk probeert te blussen met zand, komt er een
dwaze Amerkaan naast hem staan. "What are you cooking?", vraagt hij.
Het probleem blijkt een O-ring te zijn van het hoofdkraantje die plots is
beginnen te lekken. Marc demonteert en kuist alles wat af en het blijkt terug
te werken. Toch wel gevaarlijk, zo'n vuurtje dat plots begint te lekken.
Vrienden van ons hadden ook al een probleem met ditzelfde, nochtans dure en
gerenommeerde kookvuurtje, en ook op internet hoor je erover. We eten onze
spaghetti op het strand op met in de horizon een lichtspel van bliksems die de
oceaan doen opklaren.
18 mei 2007
Playa Samara - Nicoya 37.4 km (599 meters geklommen)
We
ontbijten in de bakkerij. Het is al goed warm, vanaf 's morgens vroeg. We
moeten al dadelijk steil beginnen klimmen. Na 5 km heeft Marc een lekke
achterband in een steile klim. Even verder is er een benzinestation, en Marc
draagt de bepakte fiets de berg op. De pompbedienden staan allemaal te kijken,
maar niemand komt helpen. Erg behulpzaam zijn de Costaricanen inderdaad niet.
De weg terug valt beter mee omdat de klimmetjes minder steil zijn dan in het
heengaan. Toch moeten we nu meer klimmen, want we waren afgedaald naar
zeeniveau. In Nicoya nemen we terug dezelfde kamer, bij ons vriendelijk
madammeke. We gaan op zoek naar een fietsenwinkel voor rustinnekes en kijken
eens of ze binnenbanden verkopen met autoventiel, maar dat blijkt niet zo te
zijn, dus kopen we enkel rustinnekes. We kopen ook een paraplu, want dat is wel
handig als het zo volle bak begint te regenen, en je wil nog ergens naartoe of
om onderweg in de regen een band te plakken.
's Avonds eten we Frans brood met hesp, tomaat en mayonaise in het
gezelschap van de andere bewoners van het hotelletje, terwijl we allemaal samen
naar het nieuws kijken. Het gaat ook over het weer en blijkbaar is zoveel regen
zo vroeg op het jaar niet normaal.
19 mei 2007 Nicoya - Playa Naranjo
(km 73) - ferry naar Puntarenas 74.8 km + 5.6 km ter plaatse (267 meters
geklommen)
Als
we 's morgens vlug naar Musmanni (een bakkerij die je in de meeste grotere
plaatsen vindt) gaan, begint het te regenen. En natuurlijk hebben we onze
pasgekochte paraplu niet bij. We twijfelen om te vertrekken met deze regen.
Christine ziet een rustdag wel zitten, maar Marc is van mening dat het een
goede fietsdag is omdat het erg bewolkt en dus veel minder heet is. We wachten
tot het minder regent en vertrekken dan uiteindelijk toch rond 7 uur. De
hoofdweg van het schiereiland gaat ook hier steeds op en neer, maar per geluk
is er weinig verkeer omdat het zaterdag is. Marc hoort een raar geluid aan zijn fiets, maar kan niet duidelijk uitmaken
vanwaar het precies komt. Na 30 km, aan de stad Carmona, is er een afslag en
van hier af is er zo goed als geen verkeer meer. Bij de afslag stonden de uren
van de ferry, om 12.30 of om 17.30u. We willen die van 12.30u halen zodat Marc
eventueel nog naar een grotere fietsenwinkel kan, want het dorpje aan deze kant
van de ferry is heel klein. Maar even later heeft Marc een lekke band vooraan.
Hij checkt ineens alle spaken, maar die zijn OK. Het geluid schijnt van zijn
vooras te komen. We zetten er spoed achter, kopen vlug wat koekjes en frisdrank
in het dorpje Jicaral en rijden dan weer volle speed verder. We krijgen ook nog
zo'n 12 km ongeasfalteerde, maar goed berijdbare weg te verwerken. Juist
wanneer we denken dat we op tijd zullen zijn voor de ferry, zien we dat
Christine haar achterband aan het leeglopen is. Omdat hij maar langzaam schijnt
leeg te lopen, besluiten we niet te repareren, maar bij te pompen. Want als we
deze band nu nog gaan repareren, missen we de ferry. Marc pompt de band op en
we rijden zo snel mogelijk verder. Vijf kilometer verder pompt Marc de band nog
'ns op. Juist voor Playa Naranjo krijgen we nog een paar klimmetjes te
verwerken. We blijken nog goed op tijd te zijn, want de ferry vertrekt maar pas
over een half uur. De overzet duurt een uur. Het is een grote ferry waar wagens
en vrachtwagens op kunnen. Er is een restaurant en bar aan boord en zelfs een
discotheek. De discotheek is eigenlijk niet meer dan vier grote luidsprekers
die op het bovendek staan. Tijdens de boottocht heb je zicht op het bergachtige
schiereiland Nicoya en de eilandjes die er rond liggen. We blijven beiden bij de
fietsen staan terwijl er een groot lawijt zijn 4x4 zit te showen op het dek.
Wanneer hij uit de wagen stapt, bolt z'n wagen achteruit, hij kan er nog net op
tijd inspringen om de handrem aan te trekken. Als hij dit niet had gedaan lag
hij zeker in zee, want het enige dat er nog in de weg stond was een net om de
passagiers tegen te houden. Voor we van de ferry rijden, pompt Marc nog 'ns
vlug de langzaam platgaande achterband van Christine op. In de haven ligt een
enorm groot cruiseschip aan een aparte stijger die er speciaal voor voorzien
is. Het stadje Puntarenas is druk en vuil. We vragen ons eigenlijk af wat die
cruiseschepen hier komen doen. Alle goedkope hotelletjes zijn vuil en kosten in
verhouding teveel voor wat ze waard zijn. Marc heeft bovendien ook plaats nodig
om aan de fiets te werken. Uiteindelijk vinden we een beter hotelletje, dat
mits afbieden slechts een klein beetje meer kost dan de goedkope, vuile
hotelletjes, maar het is tenminste bij een vriendelijk gezin, proper en er is
veel plaats om aan de fiets te werken. We hebben wel weer meer dan een uur
gezocht naar een hotel, en ondertussen is het al 3 uur door. Marc begint
dadelijk, zonder douchen of iets, zijn voorwiel na te kijken. Het is inderdaad
zijn vooras. De konen en de kogeltjes van het roulement dienen vervangen te
worden. Nochtans
heeft Marc nog de wielen laten nakijken door een fietsenmaker voor vertrek
omdat hij zelf geen tijd had. We zijn echt teleurgesteld in deze fietsenmaker.
We stappen een redelijk grote fietsenwinkel binnen en zien Shimano-onderdelen
van LX, XT en zelfs XTR liggen. Dat
stemt ons hoopvol. Toch schijnen ze geen enkel reparatiestuk te hebben.
Ze verkopen enkel de hele as. Ze zeggen dat als we enkel de konen willen, we
naar San José, de hoofdstad en 150 km verder, moeten. Maar morgen is het
zondag. En we hebben geen zin om hier nog een dag vast te zitten. De stukken
bestellen kunnen ze ook niet, zeggen ze. We moeten zelf naar San José gaan. We
vragen uiteindelijk nog 'ns of niemand anders het dan verkoopt, en dan zeggen
ze dat fietsenwinkel Maike, in het stadje El Roble, 10 km verder, het
waarschijnlijk wel zal hebben. Ze telefoneren vlug naar daar, en inderdaad hij
heeft er, en is zelfs open tot 7 uur, want ondertussen is het al 4 uur door.
Wij gaan vlug terug naar het hotel, waar Marc vlug een lange broek over zijn
fietsbroek aantrekt en weg zijn we, met de bus, die trouwens zeer goedkoop
blijkt te zijn, 25 eurocent voor 10 km. In El Roble vinden we vlug winkel
Maike. We zijn even bang wanneer hij aan zijn collega het zakje met de
Shimano-onderdelen vraagt. Na wat zoeken vinden ze het, een zakje van 20 op 20 cm.
En daar zouden al de onderdelen van Shimano moeten insteken? Maar inderdaad, hij heeft
Shimano-konen. We slaken een zucht van verlichting. Het zijn wel niet exact
dezelfde, ze zijn iets minder breed en hebben geen extra beschermkapje, maar
het is dat of niets. Kogels heeft hij niet, dus zal Marc spijtig genoeg de oude
moeten gebruiken. We kopen nog vlug wat vet, en hop, terug de bus op. Nu hebben
we ook de eerste 10 km van ons volgende rit gezien, een smalle weg met zeer
druk verkeer, en lelijk volgebouwd. Als we terug in Puntarenas aankomen, is het
zo goed als donker. Marc begint dadelijk de nieuwe konen te steken, met de oude
kogels en nieuw vet. Het lukt, maar we zullen de kogellagers misschien toch nog
maar eens vervangen met kogels en al, eens we in een grote stad zijn. Daarna
herstelt hij nog vlug de achterband van Christine. En dan kan Marc eindelijk
douchen. Het is al half acht als we eindelijk de straat op gaan, op zoek naar
eten. We zijn uitgehongerd, want we hebben sinds deze morgen vroeg niet meer
gegeten, want eerst was het spurten om de ferry te halen, en dan spurten voor
de wisselstukken.
20
mei 2007 Puntarenas - Jaco (km 72 +
We rijden over een smalle landtong en
zien de zee aan beide kanten, maar het is lelijk volgebouwd. Per geluk is er nu
weinig verkeer op deze smalle weg, omdat het nog vroeg is en bovendien zondag.
Na een tijdje gaan we landinwaarts en slaan we af naar Caldera, een havenstadje
dat in volle expansie is. In de zee liggen dan ook grote vrachtschepen te
wachten om gelost te worden. Vroeger was
Puntarenas de haven, maar deze heeft nu afgedaan. Op
de weg er naartoe is er zelfs een heus fietspad voorzien. Net voor Caldera
komen we Maike met een paar mountainbike-vrienden tegen. We zeggen dat het
gelukt is met de konen en de oude lagers en hij is blij voor ons. Caldera heeft
ook een paar stranden waar de lokale bevolking van zijn zondagsrust komt
genieten. Na Caldera gaat de weg landinwaarts en klimt langzaam tot aan de
afslag voor de "Costanera", de weg langs de kust. We twijfelen toch
nog even op de splitsing om de bergen in te fietsen naar San José en van
daaruit dan de vulkaan Arenal te gaan bezoeken, maar als we naar de bergen
kijken, zien we één en al wolk. En we hebben op het weerbericht
gezien dat het er de komende dagen niet op zal verbeteren. Bovendien is de
drukke Panamericana naar
21
mei 2007 Playa Hermosa - Quepos
22
mei 2007 Quepos
Vandaag gaan we naar het natuurpark
Manuel Antonio dat hier ongeveer
23 mei 2007 Quepos
We blijven nog en dag in Quepos en doen
allerhande klusjes. We gaan plakgerief kopen, maar binnenbanden
van een fatsoenlijk merk kunnnen we niet vinden. Marc repareert zijn steeds
langzaam platgaande voorband. We sturen ook ongeveer
24 mei 2007 Quepos - Uvita
De 5 eerste kilometers zijn
geasfalteerd, en dan laat de asfalt het weeral afweten. De eerste tientallen
kilometers zijn opnieuw palmolieplantages met hier en daar een klein dorpje
tussen. De dorpjes stellen niet veel voor en zijn allemaal volgens hetzelfde
stramien gebouwd. Centraal ligt een voetbalplein met
daarrond houten huisjes. Hier wonen de mensen die op de plantages werken. De eerste
25
mei 2007 Uvita
Als 's morgens onze wekker afgaat,
regent het nog steeds. Onze fietskleren zijn nog steeds drijfnat. Ze zijn
gewoon niets droger geworden. Na een tijdje houdt het wel op met regenen, maar
we twijfelen of we wel zouden vertrekken. Ze hebben weer regen voorspeld voor
vandaag en we hebben geen zin om weer door de gietende regen te fietsen en
weinig van het mooie landschap te zien. Bovendien is er hier gratis internet de
hele dag door en een rek vol reisgidsen. Er is hier is ook een keuken die we
kunnen gebruiken en we maken van de gelegenheid gebruik om wortelstoemp te
maken. Rond de middag komt ook de zon erdoor en hangen we onze kleren buiten.
Na 2 uur zonneschijn komen er alweer donkere wolken opzetten en zijn de kleren
nog niet droog, maar wel al veel droger dan voordien. De lucht is gewoon te
vochtig om iets droog te krijgen. We hangen de kleren dan maar terug in onze
kamer. En even later is ook de regen er.
Christine gaat kopies nemen van een paar zaken uit de reisgidsen en in de
winkel is het gespreksonderwerp de harde regen van de laatste dagen. Blijkbaar
zou de hoeveelheid regen die de laatste dagen gevallen is abnormaal zijn. Op
het TV-nieuws wordt er ook over gesproken. Er zou een front boven de Stille
Oceaan hangen die al die regen brengt. Vooral in het zuiden van het land zijn
er problemen met overstromingen en hebben ze al mensen moeten evacueren. We
vonden het al raar dat sommige rivieren een paar dagen geleden zo goed als leeg
waren en nu zijn ze allen overvol. En in Quepos stonden de lokale mensen ook te
staren toen de straten onder water liepen omdat de riolen het niet meer konden
slikken. Ze voorspellen morgen nog regen en daarna zou het terug droger worden.
Het blijft nog ontzettend hard gieten tot 's nachts.
26
mei 2007 Uvita - Palmar Norte
We staan vroeg op en trekken onze nog
steeds natte fietskleren aan. We bakken een eitje en maken Nescafé, want
er is nog niemand op en de gratis koffie is dus nog niet klaar. Het is bewolkt
als we vertrekken, maar per geluk regent het niet. Het is een mooie rit. De weg
loopt op en neer door een mooi groen landschap met
27
mei 2007 Palmar Norte - Ciudad Neily
Wanneer de wekker om 5 uur afloopt, is
het nog steeds aan het regenen. We ontbijten bij de vriendelijke mevrouw van
het hotelletje.